Door de komst van internet zie je steeds meer mensen enigszins voorbereid hun arts of huisarts bezoeken. En wordt het ziekenhuis niet meer blanco binnengewandeld. Vaak betreft deze voorbereiding echter helaas niet meer dan een onderzoek naar een antwoord op ƩƩn vraag: wat heb ik? Onze advies zou echter zijn om van te voren ook na te denken over welke vragen je (nog meer) moet stellen als patiƫnt. Zoek je inspiratie? Hier vind je de zes belangrijkste vragen.
Eerste versie: 11 oktober 2017
Geactualiseerd: 31 mei 2021

De zes vragen aan je arts of huisarts

Samenvatting: zes vragen die je moet stellen aan je huisarts
  • Wat denkt u dat ik heb?
  • Wat zijn mijn mogelijkheden?
  • Wat zijn de voordelen en nadelen van die mogelijkheden?
  • Wat betekent dat in mijn situatie? 
  • Waarop is uw oordeel / advies precies gebaseerd; hoe zeker bent u?
  • Waar kan ik de informatie die u nu geeft terugvinden zodat ik het thuis rustig kan nalezen?


Waarom je als patiƫnt vragen moet stellen

Helaas stellen niet alle patiƫnten vooraf aan een consult zich de vraag welke vragen ze het beste kunnen stellen aan hun arts. In hoeverre patiƫnten dit nooit doen en waarom dit zo is, weet ik niet. Ik heb hier geen onderzoek over kunnen vinden.

Misschien komt het gewoon niet in patiƫnten op om hier vooraf over na te denken (een bezoek aan een arts is vaak al spannend op zich) of denken ze dat de vraag maar lastig in algemene zin te beantwoorden is. Is het immers niet afhankelijk van de reden waarom je een arts bezoekt en met welke arts je hebt te maken wat goede vragen zijn? "We zien wel hoe het gesprek verloopt", denken ze misschien.

Of patiƫnten hier verstandig aan doen, is maar de vraag. Onderzoek laat zien dat patiƫnten namelijk wel graag bij hun medisch traject betrokken willen worden.

En ook voor artsen is extra betrokkenheid van een patiĆ«nt waardevol. De kans dat een patiĆ«nt zich bijvoorbeeld houdt aan een medicijnenadvies is aanmerkelijk groter in zo´n geval.

In het algemeen geldt dan: hoe beter geĆÆnformeerd een patiĆ«nt is en hoe meer gezamenlijk een medische beslissing is genomen, hoe beter.

De huisarts kan het niet alleen

In eerste instantie is natuurlijk de arts / huisarts de eerste verantwoordelijke om hierop toe te zien. De arts is hiertoe opgeleid, heeft in tegenstelling tot veel patiƫnten het opleidingsniveau om zaken te doorzien en kent niet de angst die de patiƫnt mogelijk wel heeft over wat er met hem aan de hand is.

En de arts weet normaal gesproken beter welke vragen hij of zij moet stellen:


Stel ook als patiƫnt vragen

Maar dat is niet genoeg. Voor een goed (medisch) gesprek is ook inbreng van de patiƫnt nodig. De arts kan namelijk nooit helemaal zeker zijn van wat een patiƫnt wel of niet begrijpt indien de patiƫnt zich tegenover de arts niet uitspreekt. Hierdoor kan een arts zaken over het hoofd zien of zelfs ten onrechte te eenzijdig oordelen.

Hieraan kan een patiƫnt tegemoet komen door zelf actief vragen te stellen.

En in tegenstelling tot wat sommige mensen denken, is dit iets waarvoor prima een aantal algemene tips te geven zijn (en dus helemaal niet volledig afhankelijk is van de mogelijke aandoening van de patiƫnt).


Drie vragen aan je huisarts / arts


Startpunt: drie vragen aan je huisarts

Met name het initiatief van de Patiƫntenfederatie NPCF en de Federatie Medisch Specialisten kan je helpen. Zij hebben in navolging op de Engelse (en Australische) campagne "Ask three questions" drie vragen geformuleerd die iedere patiƫnt zou moeten stellen. Drie vragen om te onthouden of mee te nemen op het moment dat je met een arts of een andere zorgprofessional in gesprek gaat (tip: zet ze eventueel in je telefoon).

Zij adviseren patiƫnten de volgende drie vragen te stellen aan artsen:
  1. Wat zijn mijn mogelijkheden?
  2. Wat zijn de voordelen en nadelen van die mogelijkheden?
  3. Wat betekent dat in mijn situatie?



Aanvulling: nog drie extra vragen voor je huisarts

Mede door de onderbouwde, onderzoeksmatige aanpak een prima initiatief. De vraag is natuurlijk wel in hoeverre deze drie vragen voldoen. Gelukkig is reeds meer informatie te vinden op de website: 3goedevragen.nl.

Maar dan nog blijft de vraag - zoals bij iedere aanpak, indeling, overzicht of methode - waarom dit nu zou werken. Waarom bijvoorbeeld toch geen vier vragen? Of vijf? Tijdens de trainingen die we geven horen we met name de volgende drie vragen terugkomen:

  1. Wat denkt u dat ik heb?
  2. Waarop is uw oordeel / advies precies gebaseerd; hoe zeker bent u?
  3. Waar kan ik de informatie die u nu geeft terugvinden zodat ik het thuis rustig kan nalezen?

De vierde vraag is waarschijnlijk voor veel patiƫnten dƩ vraag waarvoor ze een arts bezoeken: wat heb ik? Met tussen haakjes: en hoe erg is het? Ondanks dat deze vraag dus vaak automatisch wel gesteld zal worden, is het wel zuiver om deze ook in het vraagschema te zetten (maar dan niet als vierde maar als eerste vraag).

Omdat de vijfde vraag zich richt op de onderbouwing van het oordeel en de zesde vraag een procesmatige vraag is, zijn dit m.i. goede aanvullende vragen. Met name vraag zes is een goede vraag. Het aanbod van medische sites is immers enorm, maar lang niet altijd is de betrouwbaarheid van de informatie / deze sites gegarandeerd. Het is belangrijk als de patiĆ«nt zich door de huisarts hierover laat informeren. 


Tot slot

Zijn we met deze zes vragen volledig? Natuurlijk niet. Maar zes vragen is wel een makkelijk te onthouden aantal. Heb jij echter een goede vraag waarvan je vindt dat deze ook op het lijstje zou moeten komen? Dan horen wij het graag!
 
PS. Voor de zekerheid: de bovenstaande vragen zijn vooral bedoeld voor het gesprek tussen arts en patiƫnt (zoals bijvoorbeeld is opgepakt door het ziekenhuis Bernhoven uit Uden). Eerder heb ik laten zien dat een patiƫnt er ook goed aan de deskundigheid van de arts (vooraf) eens in positieve zin te bevragen. Dit resulteert in andere maar ook zeer waardevolle vragen.