Zoals je in een vorige bijdrage hebt kunnen lezen, laten we ons soms beïnvloeden door de interesses die we hebben. Een cognitieve valkuil die nauw hieraan gerelateerd is - en ik in het laatste voorbeeld al liet doorklinken, is de neiging om ons te veel te laten beïnvloeden door de zaken zaken die we ons makkelijker voor de geest kunnen halen. Bepaalde voorbeelden kun je je bijvoorbeeld makkelijker herinneren dan andere (die dag dat je een inbraak zag vs die dag dat je in de stad liep en er niets gebeurde). Ook kunnen bepaalde ideeën of visies een meer dominante plek hebben in je geheugen dan andere. Over sommige informatie beschik je misschien zelfs helemaal niet omdat je hier nooit mee in aanraking bent gekomen. Logisch? Misschien wel maar dit mechanisme kan ons desondanks lelijk opbreken als we gaan oordelen of de oordelen van anderen willen bevragen.

We zijn namelijk geneigd om ons ook te snel een mening te vormen op basis van de meer toegankelijke informatie. Vooral aan persoonlijke ervaringen hechten we snel veel te veel waarde. Dit komt de argumentatie vervolgens niet ten goede als we hiermee gaan argumenteren/redeneren. We trappen misschien dan te snel in de valkuil van de availability-bias (soms vertaald met beschikbaarheidsheuristiek of beschikbaarheidsvalkuil). Omdat een bepaald voorbeeld of idee available is, kiezen we deze ook of denken we dat we een afweging die hierop gebaseerd is de juiste afweging is. Informatie waartoe we geen of slecht toegang hebben, nemen we niet mee in onze afweging. Dit maakt het een cognitieve valkuil.
 
Voorbeeld 1
Een manager die eerder een succesvolle reorganisatie heeft meegemaakt, zal eerder voor een reorganisatie kiezen dan een manager die nog nooit een reorganisatie heeft meegemaakt. 

Voorbeeld 2
Toen in 2011 aan Sander de Rouwe, politicus van het CDA, de vraag werd gesteld hoe hij oordeelde over de langstudeerboete wekte hij de indruk onderworpen te zijn aan de availabiltiy-bias [1]: "Ik heb zelf ook mijn HBO gehaald, ook binnen de tijd. Ik was gemeenteraadslid, fractievoorzitter zelfs en ik werkte parttime bij een zaak. Dus heel veel studenten kunnen het ook wel. En het kan inderdaad zijn dat bepaalde studenten het niveau gewoon niet aankunnen. Dan moeten ze een keuze maken. Of gewoon harder en meer studeren of minder sportactiviteit of werk. Je kunt niet alles in het leven en ik vind ook de overheid kan niet alles betalen voor studenten."


Bij het tweede voorbeeld had de journalist op z'n minst ten aanzien van twee punten nadere vragen kunnen stellen:
  • Om te beginnen lijkt De Rouwe wel erg snel te generaliseren. Het standpunt "dus heel veel studenten kunnen het ook wel" baseert hij immers op één voorbeeld. Hier zou hij op bevraagd kunnen worden. 
  • Dit voorbeeld is ook nog eens gebaseerd op een eigen ervaring. Hierdoor lijkt sprake te zijn van de valkuil van de availability-bias. De Rouwe beschikt over een duidelijk voorbeeld - zijn eigen situatie - en gebruikt dit in het argument. Waarschijnlijk omdat zijn eigen ervaring beschikbaar is. Het was beter geweest als de constatering dat "veel studenten het ook wel kunnen" onderbouwd was geweest met gedegen onderzoek. Hier had De Rouwe op bevraagd kunnen worden.

__________

[1]
Zie de uitzending van EenVandaag op 11 juli 2011, vanaf 09:00 (hier eventueel te raadplegen).