27 juni 2014

De Telegraaf publiceerde als eerste krant de foto's van de vrijgelaten Volkert van der G. Wat mij betreft prima (en laten we hier de morele discussie even laten voor wat het is). Interessanter vind ik namelijk het hoofdredactioneel commentaar waarin deze keuze door de redactie wordt gerechtvaardigd. Op social media werd gesteld dat het commentaar misschien wel een mooi geval van rationaliseren is: het vinden van argumenten voor een reeds ingenomen standpunt. Goed-praten dus.

Laat ik het commentaar proberen te doorgronden en waar relevant te bevragen. Ik neem hierbij de vier criteria van goede argumentatie als uitgangspunt: de helderheid van het betoog, de aanvaardbaarheid van wat beweerd wordt en de relevantie en toereikendheid van de argumentatie.

De Telegraaf begint...

De Telegraaf publiceert vandaag de eerste foto’s van de onlangs vrijgelaten Volkert van der G. Bij de keus om tot publicatie over te gaan, is een zorgvuldige afweging gemaakt van de tegenover elkaar staande belangen.

Wijnberg zou dit mogelijk een ING’tje kunnen noemen: een Irrelevante Noot ter Geruststelling. Het is altijd fijn om te lezen dat een zorgvuldige afweging is gemaakt. Maar maakt dit de keuze direct een juiste keuze? Een zorgvuldige afweging - dat iets zegt over het proces - staat een inhoudelijk foute keuze niet in de weg. Sterker, de meest kwalijke keuzes uit het verleden waren waarschijnlijk met veel zorg overwogen. Is het dus nu een argument of niet? Dit raakt de helderheid van het betoog. Terzijde (en een beetje flauw misschien), maar impliceert de hoofdredactie hiermee dat ze ook soms onzorgvuldig handelt?

Het is onze taak om nieuws en informatie te verschaffen, 

Ok, maar wordt in dit geval niet eerder nieuws gemaakt in plaats van verschaft? Dat Van der G. rondloopt is bekend en is toch geen nieuws te noemen? What's next, de stoep waarover hij gelopen heeft? Door het publiceren van de foto wordt wel informatie gegeven. Hoort een krant informatie te geven? Ik denk het wel. Dit staat ook niet ter discussie. De vraag is enkel waar de grenzen liggen.

en de publieke belangstelling voor de moordenaar van Pim Fortuyn is nog altijd onverminderd sterk. 

Was niet de conclusie n.a.v. de berichten dat Volkert in Apeldoorn zou wonen dat dit wel meeviel? De buurt was er in ieder geval rustig om (zoals ook bericht door De Telegraaf). Het verwijt van sommige auteurs is eerder dat kranten dit niet goed hebben ingeschat. Waarop is dit oordeel van De Telegraaf eigenlijk gebaseerd? Dit veronderstelt om te beginnen dat we eerst duidelijk gaan krijgen onverminderd sterk is en hoe je dit kunt meten (wat zet je af tegen elkaar). Lastig om deze bewering op voorhand te aanvaarden.

Van der G. moet daarentegen de kans krijgen weer deel uit te maken van de samenleving nu hij zijn straf heeft uitgezeten. Het recht dat Van der G. heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer is niet groter dan het recht op vrijheid van meningsuiting van De Telegraaf. 

Hier wordt gesproken over rechten maar ik neem aan dat deze uitspraak niet bedoeld is in juridische zin. Het is toch, even ter verheldering, een moreel betoog? Ik ben ondertussen wel benieuwd (en ik sta hierin niet alleen en alleen): welke mening heeft de redactie dan precies? Een beroep op het recht op vrije meningsuiting impliceert het hebben van een mening. De foto zelf is echter geen mening. Het argument lijkt nog niet toereikend.

Welk recht voorrang heeft, is afhankelijk van de bijzondere omstandigheden in deze zaak, die nog altijd de rechtsorde schokt.

Wederom (voor de tweede keer): wat is het bewijs dat dit de rechtsorde nog altijd schokt? Dit lijkt eerder een subjectieve uitspraak. Beargumenteerd zou zelfs kunnen worden dat in deze casus de rechtsorde prima heeft gewerkt. Iemand krijgt een straf. Misschien te laag dus het strafrecht wordt aangepast. De dader komt vervolgens vrij maar onder allerlei voorwaarden. Zo hoort het te gaan in een rechtsstaat? Als mensen geschokt zijn, kan de krant er vervolgens ook voor kiezen om haar lezers te informeren over hoe een rechtsorde werkt. In plaats van deze emotie verder te voeden met het publiceren van foto's. Hebben we kranten niet juist hard nodig voor behoud van de democratische rechtsstaat? Had De Telegraaf dit ook overwogen?

Van der G. is verantwoordelijk voor een van de meest geruchtmakende politieke moorden uit de Nederlandse geschiedenis en profileerde zichzelf als overtuigingsdader. Van der G. zag in Fortuyn een gevaar voor de democratische samenleving en vond dat hem het zwijgen moest worden opgelegd.
Het gerechtshof, dat achttien jaar celstraf oplegde, noemde Van der G. „star in de bereidheid de uiterste consequenties van zijn denkbeelden te trekken”. Alom wordt aangenomen dat Van der G. in het huidige tijdsgewricht een veel zwaardere straf zou krijgen.

Prima. Maar de vraag is wel wat dit te maken heeft met het recht van De Telegraaf op een vrije meningsuiting? Betekent dit dat als het gerechtshof wel een zwaardere straf kon opleggen (en dit had gedaan) dat de redactie niet de foto's zou publiceren? Mag ik uit dit argument daarnaast opmaken dat starre mensen - of daders zonder spijt - minder recht hebben op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer? Een interessant criterium / discussie.

De maatschappelijke verontwaardiging over de daad en de straf kwam opnieuw bovendrijven in de felle discussie voorafgaande aan zijn vrijlating. Het is dan ook van belang dat niets wordt verzwegen. 

Ik ben er nog niet uit: wat zou zijn foto toevoegen aan de felle discussie over zijn vrijlating? Had hij langer straf moeten krijgen nu blijkt dat hij soms een petje draagt? Het vorige argument kon ik nog volgen maar dit begrijp ik oprecht niet (niet relevant).

Dat zag ook de burgemeester van Apeldoorn in, toen hij het publiek informeerde over de komst van Van der G.

Argumentatief een slimme zet: aansluiten bij een (positieve) autoriteit om je eigen punt kracht bij te zetten. Ik vraag me echter sterk af of de burgemeester de foto zou publiceren.

Deze zaak is in alle opzichten zo uitzonderlijk, dat het gerechtvaardigd is om de beeltenis van Van der G. te tonen.

Een mooie zin maar niet meer dan herhaling van het standpunt. De kracht van herhaling?

Met de publicatie van de foto’s wordt geen onrechtmatige inbreuk gemaakt op zijn persoonlijke levenssfeer.

Of het juridisch wel of niet zou mogen, is voer voor juristen maar is deze zin wel relevant voor de morele overweging? Zou De Telegraaf de foto's van Van der G. niet gepubliceerd hebben als het wel een privƩkiekje betrof? Deze zin lijkt daarnaast te botsen met de stelling dat de zaak in alle opzichten zo uitzonderlijk is? In dat geval zou de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer toch ook te rechtvaardigen zijn? Wat ik daarnaast niet begrijp, is dat de redactie hiervoor stelde dat in de belangenafweging wel rekening is gehouden met eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van Van der G. maar dat deze inbreuk niet groot genoeg was. Hiervoor stelde de redactie immers, "Het recht dat Van der G. heeft op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer is niet groter dan het recht op vrijheid van meningsuiting van De Telegraaf." Is er nu wel of niet een inbreuk? Of is er wel een inbreuk maar is deze te rechtvaardigen? De volgende zin maakt het nog ondoorgrondelijker:

Het gaat om neutrale foto’s, die niet in het privĆ©domein zijn gemaakt. Bovendien heeft Van der G. geen bezwaar gemaakt.

Heeft Van der G. op het moment zelf geen bezwaar gemaakt? Heeft de fotograaf zich bekend gemaakt? Heeft de redactie later gevraagd om toestemming? Ik zou graag meer willen weten. Temeer:

Gelet op de brandende publieke belangstelling voor deze zaak, zal Van der G. publicatie van deze foto’s hebben te dulden zolang de beelden nog nieuws- en informatiewaarde hebben.

Deze conclusie komt vrij dwingend over. Terwijl in de vorige zin nog werd voorgedaan dat er een bezwaarmogelijkheid was. Had hij nu wel of niet een bezwaarmogelijkheid? En nogmaals, waar is die brandende publieke belangstelling voor deze zaak? En nogmaals, is er dus wel inbreuk in zijn persoonlijke levenssfeer aangezien hij het moet dulden?

Ergo, we zien m.i. een tweetal interessante argumenten (hij had geen spijt en de geschokte rechtsorde) waarbij het laatste argument maar matig onderbouwd is. Het commentaar kent daarnaast, zeker qua relevantie, een aantal minder betrouwbare argumenten (met name wat de betreft de wel/niet (onrechtmatige) inbreuk op zijn levenssfeer.

Wat natuurlijk op de achtergrond meeweegt (en dit raakt de toereikendheid van het betoog), is dat het jammer is dat er geen verwijzing is naar het eigen belang van De Telegraaf. Had van mij gemogen. Waarom niet gewoon zeggen dat mensen nieuwsgierig zijn en dat De Telegraaf met de foto's meer krantjes verkoopt en meer bezoekers naar de site trekt. Niets mis mee... Ik schrijf ook niet over de te hoge verwachting van de participatiesamenleving. Terwijl de ideeƫn en de gevolgen van de participatiesamenleving mijn leven - als de lezers van deze posting - waarschijnlijk meer zal raken dan de foto's van Van der G.

^SA