Over wat een kritische houding is, bestaat zeker discussie. Dit geldt ook voor het hieraan verwante kritisch denken. Maar wat veel auteurs en onderzoekers wel met elkaar delen, is het idee dat een kritische houding zich laat zien door de vragen die worden gesteld. Hieronder volgt een korte uitleg hiervan. Over wat een kritische houding is, en belangrijker: met welke drie vragen dit begint.
Eerste versie: 09-04-2015
Laatste versie: 01-04-2021


De drie belangrijkste vragen voor een kritische houding
 

Inleiding

In een eerdere bijdrage heb je kunnen lezen dat van een professional wordt verwacht dat hij of zij met kennis van zaken handelt. Je kunt niet spreken van professioneel handelen als de beroepsbeoefenaar met slechte, verkeerde of niet-volledige informatie aan de slag gaat.

Vervolgens hebben we uitgelegd dat een professional ervoor kan zorgen dat met kennis van zaken wordt gehandeld door het stellen van vragen. Door de juiste vragen te stellen tijdens gesprekken met cliƫnten, klanten, deskundigen, informanten, et cetera, als daarbuiten zichzelf vragen te stellen bij het (zelfstandig) raadplegen van informatie. Dit is wenselijk omdat het menselijk oordeelsvermogen vaak best wel gebrekkig kan zijn. Allerlei natuurlijke tekortkomingen kunnen namelijk maken dat de beroepsbeoefenaar niet juist oordeelt.


Deze bijdrage maakt deel uit van het eBook over de kunst van het stellen van vragen in de beroepspraktijk. Klik hier voor de inhoudsopgave.


Kritische houding

In de literatuur wordt de kunst om vragen te stellen bij de informatie die op je afkomt ook wel het hebben van een kritische houding genoemd.

Een kritische houding wordt gezien als het vermogen om de informatie die op je afkomt onbevooroordeeld, open en onafhankelijk op zijn waarde te schatten.

De beroepsbeoefenaar weet dat je alle redeneringen en de daarin gebruikte informatie niet per definitie kunt aanvaarden maar dat je de gehanteerde kennis (soms) eerst op basis van criteria moeten toetsen en bevragen op houdbaarheid: op waarheid en juistheid.


Drie fundamentele vragen

Of dit nu tijdens een gesprek is met een ander of als dit bij het zelfstandig raadplegen van kennis is: een professional stelt vragen [1]. In essentie kun je al deze vragen terugbrengen tot drie vragen (en je terugziet in de titel van het eBook):


“Huh? Wat? Waarom ook alweer?”
 

Het begint met een nieuwsgierige houding (huh?), om vervolgens naar begrip te zoeken van wat gezegd wordt (wat?), om ten slotte te vragen naar waarom deze informatie dan goed zou zijn (waarom - klopt dit - ook alweer?).

Als je je focust op op (professionele) oordelen en oordeelsvorming wordt dit:

 
“Huh? Wat? Waarom ook alweer: waarom zou ik dit oordeel aanvaarden of vellen?”


Het is uiteindelijk een vraag naar redenen die natuurlijk ook tot een oordeelsvraag kan worden herschreven: "In hoeverre kan ik deze informatie / dit oordeel aanvaarden of vellen?".  Door het continu [2] stellen van deze fundamentele vragen [3] en de juiste vervolg- en deelvragen, kan de beroepsbeoefenaar ervoor zorgen dat sprake is van goede oordeelsvorming. Dat een oordeel bijvoorbeeld niet beĆÆnvloed wordt door groepsdruk of andere cognitieve tekortkomingen.


De voordelen van het stellen van vragen

Een vragende houding heeft echter nog meer voordelen:
  • Beter begrip van de onderdelen die je bestudeert
  • Beter in het in de praktijk beoordelen en toepassen van modellen en theorieĆ«n
  • Beter en op de lange termijn efficiĆ«nter in het oplossen van problemen
  • Voorkomen van domme fouten / sneller leren van je fouten
  • Beter in staat om niet enkel op basis van emoties te handelen (volledig irrationeel)
  • Bij een constructieve open houding: minder conflicten

Het is natuurlijk lastig om te constateren wanneer iemand in een cognitieve valkuil is gelopen. Hoe kun je nu vaststellen of een rechter beĆÆnvloed is door een tekort aan slaap? Hoe weet je nu of dat wat een autoriteit zegt juist is? Hoe weet je nu of datgene wat je leest op internet correct is en niet vervormd is door eigen belangen? Het enige wat we kunnen doen is de inhoudelijke redeneringen systematisch positief-kritisch te bevragen. Hierbij kunnen de eerder genoemde cognitieve valkuilen je wel helpen: ze kunnen je mogelijk reeds wijzen op ondeugdelijke oordeelsvorming.

In de volgende bijdragen zal ik uitwerken welke methoden er zijn om meer systematisch - namelijk meer gestructureerd - de juiste (deel)vragen te stellen. Voordat je deze verschillende methoden je eigen gaat maken, is het echter nuttig om eerst een scherper beeld te vormen van wat het betekent om een positief-kritische, vragende houding te hebben. Ik zal beginnen met laten zien dat dit bijvoorbeeld niet hetzelfde is als het uiten van (negatieve) kritiek.

__________

[1] 
Zoals ik eerder heb aangegeven, kan het ook andersom zijn. Je mag jezelf pas professional noemen als je een kritische houding hebt. In een eerdere bijdrage heb je reeds kunnen lezen dat bijvoorbeeld van artsen wordt verwacht dat ze kritisch zijn. Het belang studenten hierin op te leiden, zie je bijvoorbeeld terug door de opname hiervan in de NSE, de Nationale Studenten Enquete (zie Stichting Studiekeuze123, Vragenlijst https://www.studiekeuze123.nl/nse-instellingen/vragenlijst-instellingen. Deze houding wordt ook wel een vragende, onderzoekende of sceptische houding genoemd (“scepcis” komt van het Griekse skepsis en staat voor “onderzoek”). Het belang hiervan voor professionals - en hiermee voor studenten - zie je bijvoorbeeld ook terug in de ideeĆ«n van Andriessen, die stelt dat van een HBO-professional een onderzoekende houding verwacht mag worden (als onderdeel van het hebben van onderzoekend vermogen); waaronder ook het hebben van een kritische houding valt (zie o.a. Drie misverstanden over onderzoek in het HBO, te raadplegen via http://www.onderzoekscoach.nl/category/publicaties/).
 
[2]
Je kunt spreken van een kritische houding als het stellen van kritische vragen stellen en het kritisch denken een algemene drijfveer is  geworden van de beroepsbeoefenaar. Het is iemands karakter geworden. Zie Browne. M.N. en Stuart M. Keeley, Asking the Right Questions: A Guide to Critical Thinking, 2009, Prentice Hall, bladzijde 2.

[3]
De laatste vraag kent diverse varianten zoals "Waarom zou ik deze informatie omarmen?" of "In hoeverre is deze informatie houdbaar?" Door sommige auteurs wordt ook wel gesproken over de betrouwbaarheid of de aannemelijkheid van de gebruikte informatie. Zie bijvoorbeeld  Schaaijk, G.A.F.M. van, Praktijkgericht juridisch onderzoek, Boom Juridische Uitgevers, 2011, bladzijde 198.