In de vorige bijdrage heb je gelezen hoe je een betoog of redenering kunt bevragen op tegenargumentatie. Hiermee sloot ik het onderwerp "het bevragen op helderheid" af. In deze bijdrage verlaten we even de kunst van het stellen van vragen voor een uitleg hoe je een contra-contra-argument in een argumentatiestructuur kunt weergeven. Zie het als extra verdieping in de argumentatieleer; een mooi neveneffect van dit hoofdstuk. Indien dit niet je interesse heeft, dan adviseer ik je om door te gaan met het volgende hoofdstuk.

De structuur van een contra-contra-argumentatie
Een contra-contra-argument is, zoals je hier hebt kunnen lezen, een argument waarmee iemand anticipeert op een mogelijk tegenargument. Nu heb ik eerder behandeld dat je de argumentatie van een ander kunt vormgeven in een argumentatiestructuur (teneinde betere vragen te kunnen stellen). De vraag die ik in deze bijdrage zal beantwoorden, is hoe je de contra-contra-argumentatie in een argumentatiestructuur kunt vormgeven.

Het antwoord is niet lastig: indien je een contra-contra-argument in een argumentatiestructuur wilt gieten dan moet je de nevenschikkende argumentatie gebruiken. Dit is een vijfde vorm van nevenschikkende argumentatie (eerder heb ik vier andere vormen laten zien). Dit klinkt mogelijk wat technisch dus snel een voorbeeld:
 
Voorbeeld 1
Stel, een ambtenaar (Jan) heeft tijdens zijn werk € 500,- van een burger aangenomen. Op basis van het gemeenlijke integriteitsbeleid kan de conclusie - het standpunt - zijn dat dit een teken is van niet-integer handelen. Maar stel dat al kan worden voorzien wat Jan hiertegen in gaat brengen: er niets aan de hand is omdat hij het geld heeft geschonken aan een goed doel. In een contra-contra-argument kan dit tegenargument - de schenking - reeds gepareerd worden. Het tegenargument van de ambtenaar wordt hiermee op voorhand bestreden.

De argumentatiestructuur:
S. Jan heeft zich niet als een integer overheidsdienaar gedragen.
1a. (want) Hij heeft namelijk tijdens zijn werk een bedrag van € 500,- aangenomen
1b. (en) Niet gezegd kan worden dat hij wel integer heeft gehandeld doordat hij het geld direct aan een goed doel heeft geschonken.
1b.1. (want) ook dat is niet geoorloofd volgens het geldende integriteitsbeleid.

Met tegen-tegen-argument 1b. wordt op het mogelijke tegenargument reeds gepareerd. Argument 1b.1. is vervolgens de onderbouwing van dit tegen-tegen-argument.

Nog een voorbeeld:
 
Voorbeeld 2
Dit is een juridisch voorbeeld. Stel Bas, 20 jaar, heeft een auto gekocht. Omdat hij meerderjarig is, mag dit in beginsel ook: hij is handelingsbekwaam. Maar stel iemand anders wil deze koop niet door laten gaan. Deze persoon gaat natuurlijk op zoek naar argumenten om de koop te laten vernietigen. Stel vervolgens dat Bas nog vrij recent onder curatele heeft gestaan. Als hij onder curatele zou staan, had hij de auto niet mogen kopen. Omdat hij nu niet meer onder curatele staat, kan dit argument eigenlijk niet meer worden aangedragen. Maar misschien gaat de ander het toch proberen omdat Bas pas vrij recent niet meer onder curatele staat. Het tegenargument van de ander wordt dan dat Bas de auto niet had mogen kopen omdat hij onder curatele staat (wat dus niet het geval is). Als op dit tegenargument weer wordt geanticipeerd dan wordt het betoog:

Bas mocht de auto gewoon kopen want hij was handelingsbekwaam toen hij de auto kocht. Hij was namelijk meerderjarig op het moment van de koop en er was geen sprake van onder-curatele-stelling.

De argumentatiestructuur:
S. Bas mocht de auto kopen
1. (want) Hij was handelingsbekwaam toen hij de auto kocht
1.1a. (want) Hij was meerderjarig op het moment van koop
1.1b. (en) Er was geen sprake van onder-curatele-stelling.

Met contra-contra-argument 1.1b. wordt geanticipeerd op het mogelijke tegenargument "er was sprake van een onder-curatele-stelling". Het contra-contra-argument stelt dat dit niet ingebracht kan worden. Met argument 1.1b wordt aangegeven dat van onder-curatele-stelling geen geval is.

Levert deze analyse nu vragen op die je kunt stellen? Niet direct; bovenstaande uitwerking is enkel bedoeld om te laten zien hoe je een contra-contra-argumentatie in een argumentatiestructuur vormgeeft.

In dezelfde lijn zal in de volgende bijdrage nog een extra verdieping worden geven in het gebruik van argumentatiestructuren. Ook hier ligt de focus niet op het bevragen van betogen of redeneringen. Eerder andersom: in deze bijdrage wordt uitgelegd hoe je argumentatiestructuren kunt gebruiken als middel om zelf een goed betoog op te stellen.