Om over een redenering of betoog van een beroepsbeoefenaar (ter onderbouwing van een standpunt) goed te kunnen oordelen en deze hiertoe te bevragen, doe je er soms goed aan vast te stellen welke structuur het betoog heeft. Hiertoe moet je - zoals je eerder hebt gelezen - ook vragen stellen bij wat verzwegen is. Vaak zal namelijk sprake zijn van een niet-volledige argumentatie of redenering. Omdat juist het bevragen van de ander op wat verzwegen is belangrijk is maar tevens als lastig wordt ervaren, volgt in deze bijdrage een extra verdieping.
 




Het verzwijgen van delen van argumentatie

Vaak zal het voorkomen - zeker in het dagelijkse taalgebruik - dat met een uitgesproken redenering iets niet uitgesproken wordt; dus verzwegen wordt. Dat is prima. Het maakt het gebruik van een taal namelijk een stuk efficiënter. Het verzwijgen van zaken hoeft om die reden niet slecht te zijn. Laat ik een voorbeeld geven van een redenering waarin iets verzwegen is. 

Voorbeeld. Stel een journalist zegt het volgende over een politicus: "Derksen is een waardeloos politicus want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft."

Het standpunt in deze uitspraak is: Derksen is een waardeloos politicus. Het argument in deze uitspraak is: want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft. Maar overtuigt dit je? Misschien wel, misschien niet. Dit zal afhankelijk zijn of je de politicus Derksen kent en of je weet of hij zijn afspraken nakomt. Maar ook zonder dat je de waarheid van deze beweringen kent, snap je hopelijk wel wat gezegd wordt. Waarvan de journalist je wil overtuigen. Dat Derksen een waardeloos politicus is.

Toch is er tevens iets verzwegen. Van bovenstaande uitspraak kan de spreker je enkel overtuigen als je het namelijk eveneens eens bent met de algemene norm die aan de redenering ten grondslag ligt (we laten de onderbouwing voor de feitelijke bewering dat hij echt nooit nakomt wat hij gezegd heeft even terzijde). Zonder deze verzwegen norm - de verbindende uitspraak - gaat het argument niet op. In dit voorbeeld is de verzwegen norm:

"Als een politicus nooit nakomt wat hij heeft gezegd, dan is het een waardeloos politicus."

Het kan zelfs nog algemener:

"Als iemand nooit nakomt wat hij heeft gezegd, dan is deze persoon als waardeloos te kwalificeren." 

Of nog algemener:

"Je hoort na te komen wat je zegt."

Deze laatste versie is misschien wel te algemeen omdat het begrip "waardeloos" helemaal verdwenen is. Je zou de journalist hierop kunnen bevragen. Een dergelijke norm lijkt in ieder geval wel aan aan de redenering ten grondslag te liggen.

Verzwegen verbindende uitspraak

Deze norm is de verbindende uitspraak in deze redenering. Het is de algemene norm die de conclusie - gezien datgene wat beweerd wordt - doet rechtvaardigen. Deze norm wordt om die reden - in plaats van verbindende uitspraak - ook wel rechtvaardiging genoemd:



Deze norm wordt - zoals ook uit het voorbeeld reeds blijkt - vaak niet uitgesproken. Het zou vreemd zijn als een politicus zou zeggen:

"Derksen is een waardeloos politicus want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft en zoals je weet is iedereen die niet nakomt wat hij heeft gezegd waardeloos"

Verzwegen argument
In de praktijk wordt deze verzwegen norm het verzwegen argument genoemd. Helemaal correct is dit niet omdat enkel de norm in het argument is verzwegen. Je ziet dus wel een argument maar deze is niet volledig. Het bestaat enkel uit een bewering. In ons voorbeeld is dit een feitelijke uitspraak (die eveneens niet houdbaar lijkt en bevraagd zou moeten worden): "Hij komt nooit na wat hij gezegd heeft".

Maar hoe vind je een verzwegen argument?

Dat is niet lastig. Zet hiervoor de volgende twee stappen:

Stap 1

Je moet om te beginnen een beetje spelen met argument en standpunt. Om de verzwegen verbindende uitspraak te vinden zet je het argument en de conclusie achter elkaar in een als-dan-redenering. Doe dit op de volgende manier: als [het argument is het geval] dan [de conclusie is het geval].

In ons voorbeeld:

Als de politicus Derksen komt nooit na wat hij gezegd heeft (argument) dan Derksen is een waardeloos politicus (conclusie)

Stap 2

Deze zin ga je vervolgens abstraheren naar een algemene zin:

Als een politicus nooit nakomt wat hij gezegd heeft, is het een waardeloos politicus.

Waarom zou je helder willen krijgen wat verzwegen is?

Als je weet wat het verzwegen argument is en helder hebt wat de ander bedoeld, kun je bepalen welke positief-kritische vragen je vervolgens wilt stellen. Waarop je dus kritisch wilt doorvragen. Vragen die rechtstreeks volgen uit het verzwegen argument, of beter: de verzwegen verbindende uitspraak; waarop je dus het oordeel op kan doorvragen. Je kunt dan denken aan vragen als:

1. Waarop is deze norm gebaseerd?
Is het bijvoorbeeld een juridische norm? Blijkt de norm uit sociaal-wetenschappelijk onderzoek? Of is het een puur intersubjectieve (eigen) norm? Is er wel ondersteuning voor de uitspraak dat je kunt spreken van een slecht politicus als deze zijn afspraken niet nakomt? Je probeert nog meer helderheid te krijgen over wat beweerd wordt.

2. Waarom zou je deze norm aanvaarden? 
Als je helder hebt waar de norm op is gebaseerd, is vervolgens de vraag of je dit wel kunt aanvaarden. Klopt het wel wat beweerd wordt? Stel een norm is juridisch  van aard: kun je bijvoorbeeld de regeling vinden? Is het dan nog steeds geldend recht? Is dit de juiste interpretatie van het recht? Et cetera.

3. Is het in de norm gegeven criterium wel relevant?
Is het niet nakomen van een afspraak nu echt relevant om vast te stellen of een politicus wel of niet waardeloos is? Of maken andere factoren een politicus een waardeloos politicus? Is het bijvoorbeeld niet inherent aan coalitievorming dat een politicus niet alle afspraken na kan komen? En kunnen veranderende omstandigheden niet maken dat afspraken aangepast moeten worden? Zijn er omstandigheden te bedenken waarbij een politicus voorrang moet geven aan andere belangen dan die van de journalist? Et cetera.
4. Is er een tegenvoorbeeld te bedenken waardoor de norm niet opgaat?
De vraag is vervolgens of het argument wel toereikend is. In bovenstaand voorbeeld: hoort een politicus echt altijd zijn afspraken na te komen? Zijn hier geen uitzonderingen op te bedenken? De vragen genoemd onder 3. zijn ook hier waardevol.

Tegenvoorbeelden spelen trouwens tevens een rol in het veel voorkomende pro-contra-redeneren. Hier kun je daar meer over lezen. Ook inzicht hierin zal van jou een betere vragensteller maken.

Dit zijn nog maar enkele voorbeelden van mogelijke vragen: later ga je meer lezen over de hierboven genoemde HART-criteria van goede argumentatie: aanvaardbaarheid, relevantie en toereikendheid. Voor nu is genoeg als het je duidelijk is waarom het waardevol is om helder te krijgen wat verzwegen is.