Het is vandaag Wereld Filosofie Dag. Een mooie dag om even stil te staan bij het filosoferen. Want een belangrijke activiteit bij het filosoferen is het stellen van vragen. Maar welke vragen moet je dan precies stellen? Deze twee soorten filosofische vragen.

Over de kunst van het stellen van vragen en doorvragen


Eerder heb ik een beschrijving gegeven van de twee soorten filosofische vragen die er volgens sommige auteurs zijn. Filosofische vragen zijn, zo stellen zij, of kritische vragen of diepe vragen. Ik heb hierbij tevens laten zien dat dit niet de enige manier is om naar filosofische vragen te kijken. Zo benadrukt de filosoof Huib Schwab het zinvolle karakter van filosofische vragen: filosofische vragen zijn zinvolle vragen. Weer andere auteurs leggen de nadruk op het (gewenste) socratische karakter van filosofiebeoefening en de filosofische vraagkunst. Ik heb hierbij de waarschuwing gegeven dat je hieruit niet moet concluderen dat er onder filosofen fundamenteel andere ideeƫn te vinden zijn over wat filosofie en filosofische vragen zijn. In de kern delen ze allemaal hetzelfde uitgangspunt: de behoefte je niet te willen vergissen / een liefde voor wijsheid.

Lees ook: een vragenlijst met meer dan 270 filosofische vragen.

Filosoferen

Nu kun je filosofie ook als activiteit benaderen en kijken wat het inhoudt om te filosoferen. De nadruk ligt dan dan niet zozeer op het hebben van een filosofie of op de filosofie als behoefte maar op het beoefenen van filosofie zelf [1]. Verschillende definities / deelactiviteiten zie je dan terugkomen maar terugkerend is wel, niet verrassend, de centrale plek die gegeven wordt aan het stellen van vragen. Zo ook Jonas Pfister in zijn inleidende filosofieboekje Philosophie: Ein Lehrbuch [2] :


Filosoferen begint met vragen stellen


Het bevragen van de ideeƫn die we hebben

Filosofie begint dus ook volgens Pfister met het stellen van vragen, namelijk met het bevragen [3] van onze ideeƫn over de wereld. Van de ideeƫn - en dan met name de meningen - van jezelf als die van anderen. Dit betreffen volgens Pfister twee soorten vragen:

  • Betekenisvragen (Bedeutungsfragen). Zolang je niet weet wat bepaalde begrippen in een oordeel betekenen, zegt het ook nog niet zoveel wat precies die mening is. Stel iemand zegt: "Het sociaal leenstelsel is waardeloos". Dit zegt niet zoveel als je niet weet wat precies wordt verstaan onder het begrip sociaal leenstelsel en wat het betekent om waarde te hebben (voor wie, wanneer, et cetera). De kunst is om eerst hier vragen over te stellen. [4] 
  • Onderbouwingsvragen (BegrĆ¼ndungsfragen). Als je eenmaal weet wat de ander precies bedoelt (in zijn of haar mening) dan is vervolgens de vraag of iemand wel goede redenen voor de mening aandraagt. Pfister: "(want) Zolang een mening niet onderbouwd is, is het louter een mening en geen wijsheid.". Omdat de filosofie naar wijsheid streeft, naar ware kennis, is dit nog niet voldoende. We mogen van mensen met een mening vragen om goede, onderbouwde redenen voor wat ze vinden. [5]

Deze twee soorten vragen markeren het startpunt van filosofiebeoefening. Die het begin vormen van het filosoferen. En omdat in een ieder van ons misschien wel een filosoof schuilt en iedereen wel een bepaalde behoefte kent zich niet te vergissen, zijn het misschien ook wel twee soorten vragen die voor iedereen waardevol zijn? Geheel nieuw zijn de vragen dan ook niet. De meer gevorderde vragensteller herkent bijvoorbeeld in de twee soorten vragen ook de twee soorten socratische vragen die volgens Van Tongeren door Socrates gesteld werden:

  • Wat bedoel je: een vraag naar de betekenis van wat gezegd wordt
  • Klopt het: een vraag naar de onderbouwing van wat gezegd wordt
 

[1]
Je ziet hier de standaard drie manieren om het begrip filosofie te benaderen: filosofie als activiteit, als behoefte en als iets om te hebben ("een filosofie hebben"). Beluister bijvoorbeeld RenƩ Gude in Gude, R en D. Rovers, Geschiedenis van de Filosofie, Luisterwijs (februari 2010), CD1, hoofdstuk 1.

[2]
Pfister, J., Philosophie: Ein Lehrbuch (Reclams Universal-Bibliothek), 2011, p. 18 (bron)
 

[3]
Hinterfragen zou ook vertaald kunnen worden met ondervragen. Ondervragen associeert echter misschien wel eerder met politiewerkzaamheden e.d. Dit maakt bevragen beter? Bedeutung en BegrĆ¼ndung heb ik vervolgens vertaald met betekenis respectievelijk onderbouwing. Vooral over de laatste vertaling is lastig: je zou bijvoorbeeld ook kunnen zeggen: motiveringsvragen. Omdat je bij betekenisvragen ook feitelijk vraagt om motivering lijkt deze vertaling minder gepast.
[4]
Een kleine kanttekening: voor Pfister zou het bevragen van deze begrippen op het randje van filosoferen zijn. Filosofie moet zich, zo stelt hij op bladzijde 19, vooral bezig houden met het bevragen van algemene begrippen. Het begrip sociaal leenstelsel zou hierdoor een te concreet onderwerp zijn. Pfister geeft zelf het voorbeeld van het begrip naaimachine; dit begrip bevragen is geen filosofiebeoefening. Dan ben je niet aan het filosoferen. Niet iedereen zal dit echter met hem eens zijn.

[5]
Ook hier een kleine nuance. Pfister gaat het hier niet direct om het vragen van feitelijke onderbouwing. Het gaat bij het filosoferen namelijk niet om het nadenken over de wereld (direct onderzoeken) maar om het nadenken over het denken over de wereld (indirect onderzoeken). Ook deze afbakening zou niet iedereen direct omarmen (want kent een bepaalde filosofische vooronderstelling die op z'n minst discutabel is).