Nieuwsgierigheid
Spoedcursus vragen stellen
In deze bijdrage geven we zes belangrijke adviezen als het gaat over de kunst van het stellen van vragen. En vind je de links naar meer uitleg over deze en onze andere adviezen.
Enigszins kort door de bocht kun je mensen die met elkaar in gesprek zijn in twee groepen onderverdelen: de verhalenvertellers en de vragenstellers. De eerste groep is tijdens verjaardagen, bijeenkomsten, netwerkborrels e.d. met name gericht op en kundig in het vertellen van verhalen. Zonder terughoudendheid en vol enthousiasme kunnen ze verhalen over wat hen of anderen overvallen is. Wat ze gelezen hebben; of gezien hebben. De andere groep zijn de vragenstellers. Zij vertellen niet zozeer over wat ze meegemaakt hebben maar zijn primair gericht op het stellen van vragen.
Deze vraaggerichtheid wordt over het algemeen gewaardeerd: wie nooit een vraag stelt aan de ander komt ongeĆÆnteresseerd over. En omdat vragen vaak wedervragen oproepen, ontstaat ook eerder een gesprek (in plaats van een uitwisseling van losse verhalen). Daarnaast heeft het stellen van vragen nog een bijkomend voordeel: van goede vragen stellen word je slimmer. En het bevordert de kwaliteit van oordeelsvorming. Reden genoeg om de kunst van het stellen van vragen je eigen te maken. Tijd voor een spoedcursus; tijd voor zes tips.
Een goede vragensteller durft vragen te stellen. Nu klinkt dit mogelijk erg logisch maar allerlei cognitieve valkuilen maken dat we soms een vraag niet (durven te) stellen terwijl dit wel wenselijk zou zijn. Met name de durf om je in een groep uit te spreken - al is het met een vraag - staat het stellen van de vraag in de weg. Herkenbaar? Wees ook niet bang om zogenaamde 'domme vragen' te stellen. Vaak blijken 'domme' vragen erg goede vragen te zijn. Een goede manier om trouwens contact te leggen, is niet door te beginnen met een vraag maar door het maken van een compliment. Dit creƫert ruimte; mensen worden open. Stel dan je vraag. Bij voorkeur een hulpvraag, Meer weten? Lees dan hier verder ...
2. Stop niet na Ć©Ć©n vraag.
Indien je een vraag hebt gesteld, ben je er nog niet. Stel meerdere vragen; vraag door. Helaas zijn we vaak geneigd om met Ć©Ć©n antwoord reeds genoegen te nemen met het antwoord, terwijl er reden genoeg kan zijn om door te vragen. Verder lezen ...
3. Wees oprecht nieuwsgierig.
Indien je vragen stelt enkel om het-vragen-stellen dan zal de ander dit vaak wel aanvoelen. Veel mensen voelen namelijk wel aan als je vragen stelt terwijl je niet tot nauwelijks geĆÆnteresseerd bent in het antwoord. En - misschien herken je dit wel - dit zal zelden worden gewaardeerd. Als je vragen stelt, laat dit dan voortkomen uit interesse, uit een oprechte nieuwsgierigheid. Indien je vragen stelt om een gesprek op gang te houden, kun je vaak beter stoppen. Nieuwsgierigheid - zo laat bijvoorbeeld Louis Theroux goed zien - begint vaak met de behoefte te begrijpen wat de ander zegt; met name t.a.v. zaken die je zelf ingewikkeld vindt. En natuurlijk met luisteren. Verder lezen...
4. Luister.
Een goede vragensteller luistert naar de ander. Niet alleen letterlijk naar wat de ander zegt maar ook naar wat misschien niet wordt gezegd. Nu is een standaardindeling in soorten vragen die tussen gesloten en open vragen. Als iemand een open vraag kort en ingetogen beantwoordt dan weet je stiekem wel genoeg: stop met het gesprek. Je werkt niet voor de recherche. Als iemand zelfs een gesloten vraag uitgebreid beantwoordt - niet enkel met ja/nee maar met een heel verhaal / uitleg - reageer dan op wat gezegd wordt.
Luisteren houdt trouwens ook in dat je niet te snel weer aan het woord komt. Als iemand of een groep (bijvoorbeeld tijdens vergaderingen of een klas in het onderwijs) niet direct reageert dan is dit niet erg. Het komt vanzelf. Tenzij jij al weer aan het woord bent.
Luisteren houdt trouwens ook in dat je niet te snel weer aan het woord komt. Als iemand of een groep (bijvoorbeeld tijdens vergaderingen of een klas in het onderwijs) niet direct reageert dan is dit niet erg. Het komt vanzelf. Tenzij jij al weer aan het woord bent.
5. Vul niet in.
Sommige mensen hebben de neiging om van te voren al het antwoord te bedenken of om de mogelijke reactie van de ander te anticiperen. Hij zal toch wel dit antwoorden, dus stel ik de vraag maar niet. Of: het komt vast nog te vroeg voor haar om hierover te praten. Je hebt je oordeel al klaar. Maar let op: pas door het te vragen kun je dit vaststellen. En omdat een oprechte vraag vaak wel als positief wordt gezien, zul je zelden te snel een vraag stellen (daarnaast, de ander is vaak oud en wijs genoeg om de vraag niet te beantwoorden als hij of zij hier geen zin in zou hebben).
6. Onthoud of leg vast.
Niets zo vervelend als wanneer iemand een aantal keren achter elkaar dezelfde vragen stelt. EĆ©n keer kan nog, twee keer misschien maar drie keer vragen naar het beroep of studie van de ander irriteert. Probeer dus te onthouden wat de ander heeft gezegd. Of leg het desnoods vast. Als je dit niet doet - of dit lastig vindt - doe je er goed aan om expliciet te maken dat je de vragen misschien eerder hebt gesteld maar dat je moeite hebt om dit te onthouden.