Misschien heb je wel eens het advies gekregen om nooit waaromvragen te stellen. Dit is echter veel te kort door de bocht. Er kunnen namelijk goede redenen zijn om een waaromvraag te stellen. Vraag maar aan kinderen!! In dit artikel vind je een toelichting wanneer je wel en wanneer je beter niet een waaromvraag kunt stellen. En hoe je een waarom-vraag op een andere manier kunt stellen.


Wat is een waaromvraag en wanneer stel je een waaromvraag?

Een waaromvraag is Ć©Ć©n van de soorten vragen waarmee een vragensteller kan doorvragen. En het is misschien een open deur maar met een waaromvraag vraag je om een reden. Om je de kunst van het stellen van goede waaromvragen eigen te maken, is het in de praktijk vervolgens handig om onderscheid te maken tussen twee varianten waaromvragen:

De kunst van het stellen van vragen en doorvragen

1. Je stelt een waaromvraag om een verklaring voor iets te krijgen
Een eerste goede reden om een waaromvraag te stellen, is als je - bijvoorbeeld gedreven door nieuwsgierigheid - een verklaring wilt krijgen waarom (1) iets is of is gebeurd waarbij er in de praktijk (2) geen discussie is dat het is of is gebeurd. Dit kan zijn een vraag naar:
  1. Een objectief causaal verband / de oorzaak-gevolg van iets. Waarom is de aarde bolvorming? Waarom staat de Toren van Pisa schuin? Waarom stortte het vliegtuig neer? Waarom zijn de bananen krom? Waarom was er oorlog tussen Duitsland en Frankrijk?
  2. Iemands menselijke motieven. Waarom was je gisteren niet op college? Waarom woon je nog thuis? Waarom lees je deze pagina? Waarom wil je graag op vakantie? Denk ook aan sollicitatievragen als: Waarom heb je gesolliciteerd? Waarom denk je dat je geschikt bent voor deze functie?
Nu staan deze twee niet helemaal los van elkaar. Vaak leidt het een tot het ander en zijn we uiteindelijk met name geĆÆnteresseerd in menselijke motieven. Een voorbeeld:

Docent: Waarom ben je te laat? (vraag naar een verklaring)
Leerling: De bus had vertraging.
Docent: Ok, maar waarom heb je niet een bus eerder gepakt? (vraag naar motieven)
Leerling: Dan moet ik te vroeg opstaan.

Duidelijk is dat de docent wil weten waarom de leerling heeft gehandeld zoals hij heeft gehandeld en vraagt hiertoe door. Hij neemt geen genoegen met het eerste antwoord: een eenvoudige oorzaak-gevolg-antwoord (omdat de bus vertraging had, was ik te laat) en vraagt door.
 


Je ziet trouwens dat de docent steeds doorvraagt met waarom. Dit is een vraagtechniek die zeer effectief kan zijn om tot de ware oorzaak te komen. En bijvoorbeeld ook de kern is van de 5 Waarom methode [1].
 
2. Je stelt een waaromvraag om een argument / argumentatie te krijgen
Waaromvragen worden echter niet altijd gesteld om een verklaring te krijgen. Vaak zal eerder sprake zijn van een (mogelijk) meningsverschil. De docent in het voorbeeld hierboven, wil waarschijnlijk niet voor de lol weten waarom de leerling te laat was Ć©n waarom de leerling niet een bus eerder heeft gepakt [2]. De docent vraagt dit omdat hij vindt dat de leerling niet goed heeft gehandeld. De leerling had gewoon op tijd moeten komen. Of de leerling het hier mee eens is, is maar de vraag.

Je ziet in het voorbeeld van de docent en de leerling dus drie verschillende beweringen:
 
  • Bewering 1: De leerling was te laat. Hierover zijn de docent en de leerling het eens (de leerling bevestigt dit met het antwoord dat de bus vertraging had).
  • Bewering 2: De leerling had een reden om geen bus eerder te nemen: dan moet de leerling te vroeg opstaan. Over dat dit de verklaring is, zijn de docent en de leerling het eens (de leerling bevestigt dit met het antwoord dat hij anders te vroeg zou moeten opstaan).
  • Bewering 3 die nog onbesproken is: Dit is een goede reden. Hierover is verschil van mening.
 
De docent zal mogelijk de volgende waaromvraag stellen of in gedachten hebben: Hoezo: waarom vind je dit te vroeg?

Hier lijkt de docent te vragen naar een motief (een verklaring dus) maar eigenlijk is het een vraag om argumentatie. Want de docent vindt waarschijnlijk dat de leerling helemaal niet te vroeg zou moeten opstaan. Met andere woorden: hier ontstaat wel een discussie over het standpunt. De docent vindt het niet te vroeg; de leerling wel. De vraag naar het waarom richt zich niet meer op iets waarover ze het eens zijn (wat je ziet bij een verklaring) maar over iets waarover ze het niet eens zijn (waarom ze het niet eens zijn).

Een goede reden om een waaromvraag te stellen, is dus om iemands argumentatie te vernemen als je ergens (mogelijk) van mening verschilt.
 


Waarom zou je waaromvragen stellen
Waarom waarom?
 

Wanneer kun je beter geen waaromvraag stellen?

Als je een verklaring nodig hebt of zoekt naar argumentatie stel je dus een waaromvraag. Maar er kunnen zich verschillende problemen voordoen bij het stellen van waaromvragen. En dus redenen zijn om even voorzichtig te zijn:
 
Probleem 1. Bij een verklaring-zoekende waaromvraag hoeft wat je aanneemt niet te kloppen
Met een verklaring-zoekende vraag beweer je als vragensteller iets (vaak een feit). Neem de volgende vragen: Waarom staat de Toren van Pisa schuin? Waarom hebben we zuurstof nodig om te leven? Wat hier wordt verondersteld klopt. Als de ander - aan wie de vraag wordt gesteld - de kritische vraag terug stelt "Maar klopt het wel wat wordt beweerd in deze waaromvraag?" dan levert dit immers geen probleem op: de Toren van Pisa staat inderdaad schuin en we hebben zuurstof nodig om te leven.

Indien echter niet klopt wat je veronderstelt in je (verklarende) waaromvraag, dan heb je geen goede vraag. Stel dus eerst vast of wat je aanneemt in de waaromvraag ook klopt. Als je dit niet zeker weet, kun je beter de waaromvraag niet stellen of herformuleren (zie verder).

Sterker, als jouw waaromvraag iets veronderstelt wat duidelijk niet klopt, kun je zelfs te maken hebben met een domme vraag: een vraag die tot gevolg heeft dat de ander jou dom vindt.

Voorbeelden van domme vragen. Waarom gaan mensen nooit dood? Waarom is 1 + 1 samen 3? Waarom zijn er 20 planeten in ons zonnestelsel? Waarom hebben jouw ouders aan jou de voornaam "Blauwe Smurf" gegeven?
 
Probleem 2. De vraag impliceert dat er een eenvoudig te begrijpen en te geven verklaring is
Een waaromvraag gericht op verklarende kennis kan daarnaast als probleem hebben dat zowel de vragensteller als de persoon die een antwoord moet geven (te snel) door de vraag aannemen dat er een makkelijk te geven antwoord is. Dat er wel Ć©Ć©n reden is of hooguit enkele redenen zijn die iets verklaren. Het probleem is dat dit de werkelijkheid simpeler doet voorkomen dat deze daadwerkelijk is.

Voorbeeld. Onderzoekers van vliegtuigongevallen weten dat een vliegtuigongeluk zelden Ć©Ć©n oorzaak kent (en als je twijfelt, raad ik je aan om een keer een video te bekijken waar ze onderzoek naar vliegtuigongelukken in beeld brengen). De praktijk leert dat bij ongelukken vaak meerdere zaken spelen die samen - door een samenloop der omstandigheden - het ongeluk kunnen verklaren. [3] De vraag "Waarom is het vliegtuig neergestort?" zal resulteren in een dik onderzoeksrapport. Voor een kort interview waarbij meerdere vragen worden gesteld, is de vraag minder geschikt.
Voorbeeld. De vraag van een patiƫnt aan een arts waarom nu net hij diabetes type 2 heeft, kan zeer lastig te beantwoorden zijn door een arts. Factoren die in het algemeen een rol kunnen spelen zijn ongezond eten, roken, te weinig lichaamsbeweging, overgewicht, leeftijd, psychische stress en erfelijkheid. Maar nog lang niet alle oorzaken zijn bekend. Deze combinatie van complexiteit en onduidelijkheid maakt het onmogelijk om een concrete vraag naar deze ziekte met zekerheid te beantwoorden: Wat is de reden dat ik, patiƫnt Jansen, nu op dit moment deze vorm van diabetes heb? Tja.
 
Ook op andere werkterreinen zie je dat er meerdere redenen kunnen zijn die maken dat iets gebeurd is of dat iemand heeft gehandeld zoals hij of zij heeft gehandeld (iemand kan natuurlijk prima meerdere motieven hebben om op een bepaalde manier te handelen). Als je als vragensteller er echter te snel van uitgaat dat er maar Ć©Ć©n reden is, maak je een denkfout: de Ć©Ć©n-reden-denkfout (in het Engels the fallacy of the single cause).

Deze denkfout werkt trouwens ook de andere kant op. Je moet niet alleen oppassen dat je een complexe en nog onduidelijke situatie te veel vereenvoudigd. Er kunnen meerdere reden zijn dat iets het geval is. Ook moet je echter oppassen met het zoeken naar een oorzaak die er niet is. Misschien heeft niet alles een reden? Helaas willen we dit niet altijd graag horen.

Voorbeeld. In dit goede artikel in De Correspondent van Jan van Tienen beschrijft hij waarom je moet oppassen met het stellen van de waaromvraag als het gaat om zelfdoding. Zelfdoding is een emotioneel, gevoelig onderwerp en nabestaanden stellen snel de de vraag: waarom kiest iemand uit mijn omgeving ervoor uit het leven te stappen? Zijn conclusie is echter: "We moeten meer over zelfdoding praten. Maar oppassen met de waaromvraag." Want "om dan de verklaring te zoeken vanuit een gezond brein, dat is heel lastig. En kan leiden tot foutieve veronderstellingen." Een heldere aanleiding hoeft en zal er altijd niet zijn.
 
Dus let op: een vragensteller gaat met een waaromvraag ervan uit dat alles in de wereld / beroepspraktijk een reden heeft en er dus geen ruimte is voor toeval. De meer filosofische vraag is of dit wel juist is.
 
Probleem 3. Jij bent nieuwsgierig maar de ander raakt (mogelijk) geĆÆrriteerd
Misschien wel de belangrijkste reden om soms even geen waaromvraag te stellen, is dat je vraag een ander dermate irriteert of zal irriteren dat je geen (eerlijk) antwoord gaat krijgen. Dit zal met name het geval zijn als je vraagt om argumentatie.

Hiervan kan sprake zijn als:
 
  • De ander denkt dat je hem of haar ter verantwoording roept (denk aan de student die moet uitleggen waarom hij dan niet eerder wil opstaan).
  • De ander denkt dat je de status quo ter discussie stelt (en allerlei belangen betwist).

Voorbeeld. Als je iemand de vraag stelt waarom hij iets niet gedaan is, zal dit snel de nodige weerstand oproepen. De ander kan het idee krijgen dat hij of zij zich moet verantwoorden. Sterker, moet verdedigen (omdat je van mening verschilt). Het resultaat zal niet zelden zijn dat iemand argumenten gaat bedenken om iets goed te praten. Je waaromvraag schiet in zo'n geval het doel voorbij. 


Hoe kun je een betere waaromvraag stellen?

Soms doe je er - zoals hierboven reeds is beschreven - dus beter aan even de waaromvraag uit te stellen. Of om de waaromvraag helemaal niet te stellen. Is het antwoord van de ander op jouw waaromvraag echt zo belangrijk voor jou of jouw (beroepsmatig) handelen? Daarnaast heb je nog drie andere opties:

Variant 1. Stel eerst voorvragen.
Als je twijfelt of datgene wat je stelt wel klopt (probleem 1) dan kun je natuurlijk altijd eerst hier naar vragen.

Voorbeeld. Vraag als tandartsassistente niet meteen naar waarom een patiƫnt niet eerder is gekomen maar stel eerst de vraag of het klopt dat de patiƫnt niet eerder is geweest. Hier vind je het voorbeeld van de tandartsassistente uitgewerkt.

Variant 2. Vraag naar specifieke redenen.
Als je vermoed dat er meerdere redenen kunnen spelen, dan kun je de waaromvraag beter herschrijven. Je hebt een aantal mogelijkheden:
 
  • Als je meerdere oorzaken vermoedt, kun je bijvoorbeeld vragen naar de belangrijkste oorzaken. In plaats van "Waarom is ...?" vraag je "Wat zijn de belangrijkste oorzaken dat ...?". Dit geeft meteen een opening om te vragen waarom deze dan de belangrijkste zijn (je herkent hierin de socratische vraag naar wat wordt bedoeld).
  • Je kunt een waaromvraag ook herschrijven tot "Hoe komt het dat ..." Om te vragen naar een specifieke reden kun je dan bijvoorbeeld de vraag stellen "Hoe komt het met name dat ...?".
 
Variant 3. Laat duidelijker doorklinken dat het je om de feiten gaat.
Je kunt een waaromvraag ook herschrijven tot een "Wat maakt dat je / jij ..."-vraag. Volgens sommige auteurs is deze variant name nuttig als je het persoonlijke motief van iemand minder wilt benadrukken. Dit komt - zo is de stelling - doordat de wat-maakt-vraag meer naar de feiten vraagt [4]. Maar het onderscheid is subtiel. Vergelijk de volgende vragen:

Waarom ben je goed in voetbal?
Wat maakt jou goed in voetbal?

 
Variant 4. Overweeg een ander vraagwoord.
In veel gevallen kun je een waaromvraag ook herschrijven tot een andere vraag door een ander vraagwoord te gebruiken. De inhoud van de vraag verandert dan vaak wel iets, maar mogelijk is de vraag nog steeds geschikt voor wat je wilt bereiken. Zo hebben we in deze bijdrage een aantal keren het vraagwoord wanneer gebruikt, terwijl we ook de waaromvraag hadden kunnen stellen. Vielen ze je op? Vergelijk:
 
Wanneer kun je beter geen waaromvragen stellen? (versus)
Waarom kun je beter geen waaromvragen stellen?
 
Deze twee vragen zijn natuurlijk niet helemaal hetzelfde, maar in ons geval was de eerste vraag minstens zo geschikt.
 
Maar let op. Omdat formeel je misschien niet het juiste vraagwoord gebruikt, kan de ander geĆÆrriteerd raken door je vraag. Dat zie je met name wanneer onjuist het vraagwoord waardoor wordt gebruikt. Soms is dit een goede verandering, maar formeel hoeft dit niet altijd het geval te zijn: waarom en waardoor verschillen van betekenis. In een latere bijdrage zullen we dit verder toelichten (tip: op internet vind je gelukkig al diverse goede uitleggen).
 

Tot slot

Het advies om nooit waaromvragen te stellen, is dus te kort door de bocht. Enkel doe je er goed aan soms de vraag naar het waarom uit te stellen dan wel de vraag te herschrijven. En ben je ondertussen na het lezen van deze bijdrage wel helemaal klaar met de vraag naar het waarom? Dan goed nieuws: je bent niet de enige. Want om de Osdorp Posse te citeren:

Waarom, is de vraag van het leven
Ja waarom, en ik kan er niet meer tegen
Want waarom moet een mens toch alles weten
Ja, waarom?




__________

[1]
Zie voor een eerste toelichting op deze 5 Waarommethode deze pagina over de 5 Why's op Wikipedia (5 alleen in het Engels). Een verdere beschrijving vind je in dit artikel (pdf).

[2]
Natuurlijk kan de waaromvraag ook nog om andere redenen worden gesteld. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan een docent Engels die een leerling in het Engels wil laten praten en om die reden waaromvragen stelt. Of aan de verzorger die een oudere met dementie wil laten praten over het verleden. Ook voor deze vragen gelden bovenstaande tips en trucs.

[3]
De piloot was bijvoorbeeld moe omdat hij in de nacht ervoor thuis ruzie had gehad met zijn zoon. Deze was, anders dan afgesproken, namelijk door omstandigheden te laat thuis gekomen. Door deze vermoeidheid viel het hem vervolgens waarschijnlijk niet op dat de co-piloot te vroeg een bepaalde handeling verrichtte. Dit zou normaal gesproken geen probleem zijn geweest als de automatische beveiliging het had gecorrigeerd. Maar dat gebeurde niet omdat monteurs een bepaalde printplaat verkeerd hadden geplaatst. Hierachter schuilde een ontwerpfout die niemand in de ontwerpfase was opgevallen. Dit alles werd versterkt door de vertraging van het vliegtuig waardoor net iets meer gehaast werd gehandeld dan wenselijk was. Et cetera.

[4]
Zie bijvoorbeeld NRC, Waarom we niet te vaak moeten vragen: Waarom? (2012)