De belangrijkste elementen als het op kennis aankomt (en helemaal in oordelen die opgenomen zijn in betogen en redeneringen) zijn beweringen.

Een bewering is een uitspraak die een geldigheidswaarde heeft. Binnen de argumentatietheorie wordt een bewering formeel ook wel propositie genoemd maar in de beroepspraktijk is deze term niet gangbaar.  Met geldigheidswaarde wordt bedoeld dat een bewering een uitspraak is waarvan je, als je begrijpt wat wordt bedoeld, kunt zeggen: “Ja, dat klopt”, of “Nee, dat klopt niet”.

Voorbeelden van beweringen zijn: “Het regent” (een beschrijving van een feit) of “Het is slecht weer” (een oordeel). 

Bij oordelen / meningen zul je beweringen vinden in zowel het standpunt als in de argumentatie.

Als je op zoek bent naar het standpunt of naar alle argumenten en je komt hier niet helemaal uit, dan zou je ook kunnen beginnen met het vinden van alle beweringen in een redenering of betoog.

Als je kijkt naar de verschillende kennissoorten dan zijn beschrijvingen van feiten Ć©n oordelen [1] direct de twee meest voorkomende beweringen die je in een redenering of betoog kunt vinden en waar je vragen bij kunt stellen. In de praktijk zijn beweringen namelijk vaak Ć³f beschrijvingen van feiten die je kunt controleren (“Het is 6 uur”) Ć³f het zijn oordelen waarmee iemand een mening over een situatie geeft en waarmee je het eens of oneens kunt zijn (“Je bent te laat”).

Maar er zijn natuurlijk nog meer mogelijkheden. Een bewering kan bijvoorbeeld ook een advies of een voorspelling zijn. Oordelen kun je daarnaast in twee soorten oordelen onderscheiden. Later – in het deel dat gaat over de aanvaardbaarheid vOOan redeneringen –  zal ik dit uitgebreider toelichten.

Als je het gehele overzicht van kennissoorten erbij pakt, kom je tot de volgende beweringen en vragen:

  • Begrippen: Welke begrippen hanteert de ander in de redenering / het betoog? (waarmee de ander indirect beweert dat dit de juiste / enige invulling is)
  • Feiten: Welke feiten maken onderdeel uit van de redenering / het betoog? (waardoor de ander dus indirect beweert dat deze waar zijn)
  • Verklaringen: Welke verklaringen worden gebruikt? (waarvan de ander dus indirect zegt dat deze waar zijn)
  • Vergelijkingen: Welke vergelijkingen worden  gebruikt? (waarmee de ander dus zegt dat dit een juiste vergelijking is)
  • Voorspellingen: Welke voorspellingen worden gedaan? (waarvan de ander indirect dus zegt dat waar is)
  • Oordelen: Welke (tussen) oordelen worden aangedragen? (waarvan de ander dus indirect zegt dat deze juist zijn; een belangrijk oordeel zal natuurlijk het standpunt zijn)
  • Adviezen: Welke adviezen worden gegeven? (waarvan de ander dus indirect zegt dat deze juist zijn)

Later zal ik de waarde van het achterhalen van beweringen laten zien. Voorlopig is het enkel belangrijk dat je inziet dat beweringen dus uitspraken zijn waarvan je kunt afvragen of deze wel of niet kloppen. Bijvoorbeeld: “Klopt het wel dat het regent?” of “Klopt het wel dat het slecht weer is?

Voorbeeld. Laten we het eerder gegeven betoog van de jongens aan de deur erbij pakken voor meer voorbeelden. Dit is wat er gebeurd / wordt gezegd:

Aan je deur staan twee jongens die werken voor een telecomprovider. Ze hebben goed nieuws. De aanbieder die jij hebt, is – zo blijkt uit een overzicht dat ze bij zich hebben – veel duurder dan die van de jongens en ze kunnen je een juridisch vrijblijvend aanbod doen. De provider die zij vertegenwoordigen heeft namelijk de goedkoopste abonnementen die er zijn. Bovendien is de provider tevens de beste die er is want de provider is volkomen transparant over de prijzen. Alles wat je wilt weten, mag je weten. Een mooi aanbod toch?! Je hoeft alleen maar even een handtekening te zetten en dan ben je overgestapt. En sinds zij overgestapt zijn, hebben zij ook nooit spijt gehad. Ze hebben zich altijd thuis gevoeld bij deze provider. Je zult vast geen spijt krijgen.

Het betoog van de jongens aan de deur omvat diverse beweringen:
  • Je doet er goed aan als je overstapt van telecomprovider.
  • Onze provider heeft de goedkoopste abonnementen die er zijn.
  • Onze provider is de beste.
  • We zijn volkomen transparant over de prijzen.
  • Het is een juridisch vrijblijvend aanbod.
  • Onze overstap heeft ons een goed gevoel gegeven.
  • We hebben nooit spijt gehad.
  • Jij zult ook geen spijt krijgen.

(dit artikel is ook opgenomen in ons eBook over de kunst van het stellen van vragen. Met deze link kun je terug naar de inhoudsopgave)
__________

[1]
Over de insteek dat een bewering / propositie ook een oordeel kan zijn, bestaat discussie. Er zijn ook auteurs die vinden dat proposities enkel beweringen kunnen zijn die waar of niet waar kunnen zijn en daarmee alleen feitelijk van aard zijn. Juist omdat oordelen – zo zal later blijken – weer gebruikt kunnen worden als beweringen in redeneringen, werkt een bredere definitie van propositie mijns inziens in de praktijk beter. In de beroepspraktijk nemen oordelen immers een belangrijke rol in en moeten juist oordelen bevraagd worden.